Recent Nieuws donderdag 04 december, 2025 18:27
Dijk tussen Cuijk en Ravenstein moet dringend sterker: versterking vanaf 2027
De dijk die het gebied tussen Katwijk bij Cuijk en de A50 bij Ravenstein beschermt, is niet meer toereikend. Door de oplopende gevolgen van klimaatverandering staat er steeds vaker meer water in de Maas – en dat zet de huidige kering onder druk. Uit recente inspecties blijkt dat een groot deel van deze 21 kilometer lange dijk niet voldoet aan de strenge veiligheidsnormen van nu. Daarom gaat waterschap Aa en Maas het hele traject gaan versterken, met werkzaamheden die vanaf het voorjaar van 2027 van start moeten gaan.
“Als er iets misgaat, zijn de gevolgen echt enorm,” benadrukt René Vincken, technisch manager bij het waterschap. Om duidelijkheid te bieden, organiseert het waterschap inloopbijeenkomsten waar bewoners terecht kunnen. In gemeenschapshuis De Burcht in Linden was zo’n moment al, en ook op 9 december volgt er nog eentje in Reek. “Mensen kunnen hier rustig de plannen bekijken,” legt omgevingsmanager Daniëlle Janmaat uit. Naast informatie delen, is het ook de bedoeling om vragen te beantwoorden. “Na een eerste bijeenkomst in Grave, waar ruim tachtig mensen opdoken, zien we nu ook hier al aardig wat belangstelling.”
De noodzaak voor aanpassingen is groot. Vanwege de stijgende waterstanden in de toekomst moet de dijk beter bestand zijn tegen overstromingen. “We hebben doordacht wat er gebeurt als de dijk zou bezwijken,” vervolgt Vincken. “Als er niemand woont achter de dijk, hoeft-ie minder hoog. Maar hier? Bij een doorbraak zou je op ongeveer twintig levensverliezen uitkomen.” Daarnaast zou de economische schade flink zijn. “Daarom moet dit stuk voldoen aan de allerhoogste norm voor rivierdijken.”
Waterschap Aa en Maas heeft de plicht om de dijken in goede staat te houden, en dus is actie vereist. “Op dit moment staan we officieel gezien niet meer helemaal veilig. Dat moeten we veranderen. Er moet letterlijk en figuurlijk een schepje bovenop.” Het hele traject blijkt namelijk iets te laag te zijn – op plekken zelfs bijna een meter. “Dat betekent dat water er letterlijk overheen kan komen. En al dat water dat tegen de dijk aan slaat, kan beschadiging veroorzaken.” Ook de stabiliteit is een punt van zorg: “Als er water in de dijk komt, kan die afbreken.”
Daarnaast speelt er nog een derde risico: piping. Dat geldt met name voor het stuk tussen Grave en Ravenstein. “Dan stroomt water via smalle gangen onder de dijk door. Zand laat dat makkelijk toe. Op zich wordt het er alleen maar natter van, maar door de kracht van het water wordt er ook zand meegevoerd. Zo ontstaan er holtes, en daarmee een zwakkere constructie.”
Vanaf 2027 gaat het waterschap de dijk verhogen én versterken. “We gebruiken vooral klei, want die plakt beter en geeft meer stevigheid.” Waar huizen dicht tegen de dijk staan, wordt gezocht naar alternatieven. “Daar denken we aan een verticale oplossing, zoals een ondoordringbare wand in de dijk om water tegen te houden.”
Juist dat laatste wekt veel belangstelling tijdens de inloopmomenten, merkt Wilbert Kuijken, het aanspreekpunt voor lokale bewoners. “Mensen snappen de noodzaak wel, maar dat betekent niet dat ze er gelukkig mee zijn.” “Zorgen zijn er genoeg: uitzichtverlies, of angst voor trillingen tijdens de werken. Denk aan het plaatsen van die wand – dat kan gepaard gaan met duwen of trillen.” Toch wil hij geruststellen: “Hier merk je vrijwel niets van. We kijken per stukje welke methode het beste werkt.”
Den Haag kan wat leren van Brabant: ‘Ja, dat lossen we op’
Er is een stevige boodschap richting Den Haag: kijk eens goed naar wat er in Brabant gebeurt. Want misschien is het tijd dat de hoofdstad wat meer overneemt van de Brabantse manier van doen. De provincie Noord-Brabant heeft woensdag duidelijk gemaakt dat ze niet langer alleen maar uitvoerder wil zijn van beslissingen die elders worden genomen. Nee, ze willen meedoen. Vanaf het begin. Samen denken, samen beslissen.
Commissaris van de Koning Ina Adema zegt het ronduit: “Wij willen graag een bondgenoot zijn, geen handlanger op afstand.” En die wens wordt kracht bijgezet door een aantal bekende Brabanders die hun mening geven. Den Haag zou best wat kunnen leren van de Brabantse houding – positief, oplossingsgericht en menselijk.
Acteur Frank Lammers ziet het vooral zo: in Brabant denk je niet eindeloos in problemen, maar meteen in oplossingen. “We gaan schouders onder zetten, en dan komt-ie wel,” zegt hij. Volgens hem moet Den Haag minder blijven hangen in het nukkige en meer durven kijken naar wat wél kan. “Gewoon wat vaker ja zeggen. Ja, dat gaan we oplossen.” En als het even spannend wordt? Dan gewoon een biertje erbij. “Relativeren mag ook eens. Een discussie hoef je niet altijd tot de dood toe te voeren.”
Ook ondernemer Bob van Oosterhout ziet kracht in de Brabantse aanpak: zakelijk én menselijk. “Hard op de zaak, soft in de relatie.” Dat betekent: duidelijk zijn over inhoud, maar tegelijk ruimte houden voor verbinding. “In de Randstad gaat dat vaak mis. Daar is alles veel kiler, meer op de persoon gericht, minder op de zaak. En dat helpt niemand.” Hij vindt dat Den Haag weer warmer mag worden – zonder daarbij de grip op de inhoud kwijt te raken.
En dan is er nog de ondernemerszin. Brabant, met steden als Eindhoven en het krachtige Brainport-ecosysteem, staat bol van initiatief. Maar belangrijk: dat gebeurt nooit ten koste van de omgeving. Voormalig staatssecretaris Klaas Dijkhof benadrukt dat bedrijven zoals het oude Philips bewezen hebben dat je succesvol kunt zijn én oog kunt hebben voor de samenleving. “Neem je omgeving mee. Kijk wat mensen nodig hebben. Bouw relaties, geen transacties.”
Dat geloof in eigen kracht en samenwerking heeft Brabant ver gekregen – denk aan ASML. En volgens deze drie experts is het hoog tijd dat Den Haag daar iets van overneemt. Minder gekibbel, meer gemeenschappelijke doelen. Meer respect, minder tegenwerking. En gewoon… wat vaker ‘ja’ zeggen.
Minder biefstuk, meer linzen: Gezondheidsraad roept op tot grotere bordje met peulvruchten
Tijd voor een flinke verandering op ons etensbord. De Gezondheidsraad zegt het maar gewoon: we moeten veel minder rood vlees eten en in plaats daarvan vaker naar de bonen grijpen. Het klinkt misschien niet direct als een feestmaal, maar volgens de onafhankelijke wetenschappelijke raad is dit dé sleutel om zowel gezonder te worden als de aarde iets minder onder druk te zetten.
Vandaag werd er een nieuw advies over voeding overhandigd aan twee ministeries: Volksgezondheid én Landbouw. En dit keer is het serieus – want waar eerder alleen algemene tips kwamen, zijn er nu duidelijke cijfers. Denk aan maximaal 200 gram rood vlees per week. Dus nee, elke dag een biefstuk is echt niet de bedoeling. Rood vlees, zoals van koeien, varkens of schapen, moet dus duidelijk teruggeschroefd worden.
In plaats daarvan? Ga voor die fles linzen of zak kikkererwten. De nieuwe richtlijnen stellen dat we best zo’n 250 gram peulvruchten per week zouden moeten eten. Denk aan bruine bonen, sojabonen, erwten of linzen. En hoewel bijna de helft van de Nederlanders nog nooit een hap peulvrucht neemt, zijn ze supergoed voor je lichaam – ze helpen zelfs bij het verlagen van je cholesterol.
Maar het gaat niet alleen om gezondheid. Peulgewassen zijn ook milieuvriendelijk omdat ze stikstof uit de lucht halen en de bodem daarmee eigenlijk gratis bemesten. Dat scheelt kunstmest en is beter voor het milieu.
En hoe zit het dan met eiwitten? Geen paniek. Als je minder vlees eet, kun je die eiwitten prima halen uit andere bronnen. Denk aan volkoren brood, pasta of zilvervliesrijst. Ook eieren en wit vlees (zoals kip) mogen af en toe, maar het grote tipje van de sluier is: eet elke dag een handjevol ongezouten noten of pinda’s – tussen de 15 en 30 gram. Dat is goed voor hart en bloedvaten.
Vis mag natuurlijk ook, maar wel met mate: zo’n 100 gram per week, en liefst duurzaam gevangen of gekweekt. Zo blijft de zee wat rustiger en vermijd je ecologische schade.
Deze richtlijnen gelden voor iedereen in Nederland, jong en oud. Het Voedingscentrum gaat er straks mee aan de slag om de bekende Schijf van Vijf bij te werken – verwacht wordt dat er in het voorjaar van 2026 een nieuwe versie komt.
Waar de oude richtlijnen al gericht waren op het tegengaan van chronische ziekten zoals hartklachten, diabetes en kanker, legt de Gezondheidsraad nu ook expliciet de link naar het milieu en voedselveiligheid. Dat is nieuw en belangrijk.
De laatste grote update dateert uit 2015, dus het was alweer tijd. In de afgelopen tien jaar is er veel meer onderzoek gedaan naar wat we eten en hoe dat ons lichaam én de wereld beïnvloedt. Die inzichten zijn nu meegenomen in dit nieuwe advies.
Man in Rotterdam overleden door eigen schot: wat leidde tot het drama?
Eerder werden twee mannen aangehouden omdat ze mogelijk iets te maken hadden met de dood van een man in Rotterdam. Uiteindelijk mochten ze allebei weer naar huis. Eén van hen, een 31-jarige uit Rijswijk, blijft wel verdacht van illegaal wapenbezit. De andere verdachte, een 21-jarige uit Delft, is inmiddels opnieuw opgepakt, maar dan voor een ander lopend onderzoek – dat heeft het Openbaar Ministerie bevestigd.
Het incident speelde zich zondag af aan de Vlaggemanstraat in het noordelijke deel van Rotterdam. Rond half acht ’s ochtends kreeg de politie een melding, waarna agenten snel ter plaatse kwamen. Uit het onderzoek is nu gebleken dat de man per ongeluk zelf het schot heeft afgevuurd waardoor hij overleed.
Van koninklijk nieuws tot gezondheidszorgen en politieke besluiten: in het RTL Nieuwspanel kun je meedoen over hoe Nederland vormgegeven moet worden. Wil jij jouw mening delen? Meld je hier aan!
Werkenden én gepensioneerden houden Nederlandse economie op de been, verwacht ING
Goed nieuws voor de portemonnee: volgend jaar zit er weer een beetje meer marge in. Volgens ING Research draait de Nederlandse economie in 2026 net wat beter dankzij hogere lonen, lagere inflatie en flinkere toeslagen. De bank voorspelt een groei van 1,3 procent – niets spectaculairs, maar wel redelijk stabiel in verhouding tot de rest van Europa.
En wie zorgt nu eigenlijk voor dat beetje extra gas onder de economie? Nou, vooral jij als consument – of je nou werkt of al met pensioen bent. Terwijl bedrijven vaak afwachten met grote investeringen (denk aan stikstofproblemen, dure energie en een overbelast stroomnet), zijn het juist huishoudens die de schop onder de economie geven.
Marieke Blom, hoofdeconoom bij ING, noemt 2025 zelfs “het jaar van de meevaller”. De Amerikaanse importtarieven vallen mee voor Nederland, en ook de energieprijzen liggen iets lager dan gedacht. Daardoor is de economie dit jaar al een klein beetje gegroeid. Maar volgend jaar wordt het dus pas echt interessant – al waarschuwt Blom wel: het wereldwijde beeld blijft wazig. Internationale spanningen en krimpende handel zorgen voor onzekerheid. Dat maakt bedrijven terughoudend. Ze knippen waar ze kunnen en schuiven plannen liever naar achteren.
Toch blijft de hoop leven bij de gewone Nederlander. Werkenden zien hun koopkracht eindelijk weer stijgen, want lonen gaan harder omhoog dan prijzen. En hoewel veel mensen nog steeds flink sparen, is er gewoon wat meer over om uit te geven. Dat helpt de economie om rechtop te blijven.
Maar het mooie is: het zijn niet alleen de werkenden die profiteren. Ook gepensioneerden krijgen mogelijk een lekker duwtje in de rug. Vanaf 1 januari 2026 stappen ruim 1,5 miljoen gepensioneerden over naar het nieuwe pensioensysteem. Door de manier waarop de oude reserves worden verdeeld, kan de maandelijkse uitkering fors omhoogschieten. Denk aan tot wel 7 procent meer voor gepensioneerde zorgmedewerkers. En zelfs ABP-ers, die pas in 2027 overstappen, zien hun pensioen al met bijna 3 procent stijgen.
Uiteindelijk hangt het er natuurlijk van af hoe goed de fondsen er op 1 januari voor staan. Maar ING gaat er alvast vanuit dat gepensioneerden in 2026 sowieso meer gaan uitgeven – met of zonder grote meevaller.
De inflatie in Nederland daalt langzaam, vooral omdat de overheid minder ingrijpt in prijsontwikkelingen. Toch blijven onze prijzen harder stijgen dan in veel andere eurolanden, ook de komende twee jaar. En een nieuw kabinet? Daar verwacht ING in 2026 nog geen grote impuls van. Wel is het positief dat er tijdens de formatiegesprekken aandacht is voor knelpunten zoals netcongestie, stikstof en ruimtegebruik. Dat geeft in elk geval een beetje vertrouwen.
Kortom: de economie houdt zich stevig dankzij ons allemaal – of we nu actief zijn in de arbeidsmarkt of genieten van de vrije tijd. Werkenden én gepensioneerden zorgen samen voor een beetje groei in 2026. En dat is best fijn, gezien de onzekere tijden daarbuiten.
Economische groei vertraagt komend jaar, maar blijft in goede banen
Goed nieuws: ook al gaat de economie volgend jaar wat minder hard vooruit dan in 2025, toch staat Nederland er best goed voor. De groei wordt namelijk geschat op 1,3 procent – wat lager dan eerder, maar zeker niet zorgelijk. Dat is het kernbericht van ING, dat een behoorlijk positief plaatje schetst voor huishoudens.
Consumenten kunnen blij zijn met meerdere ontwikkelingen. De inflatie lijkt verder te zakken en zou uitkomen op 2,4 procent, terwijl die in november nog net onder de 3 procent hing. Minder prijsstijgingen betekent dat je euro weer iets verder reikt. Daarnaast blijft de werkloosheid laag, wat altijd een geruststellend signaal is.
En er is meer goed nieuws: de koopkracht stijgt. Hoe komt dat? Vooral omdat lonen naar verwachting harder stijgen dan de prijzen. Econoom Colijn legt uit dat mensen dus daadwerkelijk meer overhouden na al hun uitgaven. Ook gepensioneerden moeten sneller glimlachen: dankzij het nieuwe pensioenstelsel gaan hun uitkeringen omhoog, waardoor ze straks ook wat extra kunnen uitgeven.
Toch is er ook remmende factor: de arbeidsmarkt is behoorlijk krap. Er zijn gewoon te weinig mensen beschikbaar om alle vacatures te vullen. Dat zorgt ervoor dat bedrijven moeite hebben met schalen, wat uiteindelijk afremt op de economische groei. Bovendien speelt netcongestie bij de elektriciteit en de bekende stikstofproblematiek flink mee. Die beperkingen maken het lastiger om projecten van de grond te krijgen.
Colijn waarschuwt wel: op termijn kan dit een groter probleem worden. Vanaf 2026 dreigt namelijk dat bedrijven steeds minder durven investeren vanwege die knelpunten. En zonder investeringen loopt de economie op den duur geen kans op flinke groei. Het is dus belangrijk dat er actie wordt ondernomen. “D66 en het CDA zijn bezig met oplossingen, maar voordat er echt iets verandert, ben je nog even bezig”, aldus Colijn.
Er is gelukkig ook buitenlandse steun in zicht. Duitsland, onze grootste handelspartner, wil de komende tijd fors investeren in de eigen economie. Dat stimuleringsbeleid zal ook Nederland ten goede komen. “We pikken daar zeker een graantje van mee”, zegt Colijn optimistisch.
Eerder spraken we trouwens Olaf Sleijpen, de nieuwe baas van De Nederlandsche Bank. In deze video legt hij precies uit wat er nodig is om de economie gezond te houden:
